De zorg voor kinderen

4.1 de opvang van nieuwe leerlingen in de school

aanmelden kleuters/leerlingen
Voor de aanmelding van nieuwe leerlingen voor het volgende cursusjaar wordt er een informatie-/kennismakingsavond gehouden. Op deze avond geeft de directeur korte informatie over het schoolgebeuren. Tevens is er gelegenheid om vragen te stellen. Tijdens deze avond wordt een aanmeldingsformulier verstrekt; deze ontvangen wij graag binnen twee weken ingevuld en ondertekend(!) terug. Op de eerste schooldag van uw kind ontvangen we graag de vooraf aan u verstrekte formulieren ‘leerlinginformatie’ en ‘ouderverklaring vaststelling leerlinggewicht’ retour.
Er is gedurende het lopende schooljaar ruimte om leerlingen aan te melden. Neem daarvoor contact op met de directeur. In onderling overleg wordt besloten wanneer een kind kan starten en hoe de kennismaking vormgegeven zal worden. 

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Voor- en Vroegschoolse Educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan educatieve programma’s. De centrumprogramma’s beginnen in de peuterspeelzaal en lopen door in de eerste twee groepen van de basisschool.
De doelstelling van het VVE-beleid is om de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat zij hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. Onze school onderhoudt contact op dit punt met de aan onze school verbonden reformatorische peuterspeelzaal: ‘Spelenderwijs’.

de plaatsing van een kind op school
Wanneer een kind 4 jaar is, mag het naar de basisschool; het is dan nog niet verplicht. Op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin het kind 5 jaar is geworden, is het leerplichtig.
Kinderen die in de zomervakantie vier jaar zijn geworden, mogen direct hele dagen beginnen. De leerlingen die nog voor 1 oktober jarig zijn, mogen max. 10 morgens voor de verjaardag komen kennismaken. M.i.v. de verjaardag mogen ze hele dagen naar school.
De kinderen die na 1 oktober 4 jaar hopen te worden, komen op de maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagmorgen op school. U ontvangt hiervoor tijdig een uitnodiging van school. 
De kinderen die na 31 mei 4 jaar hopen te worden, mogen voor de zomervakantie 2 dagdelen komen kennismaken. Hierover ontvangen de betrokken ouders via school geïnformeerd.

Uw kind start op 4-jarige leeftijd op school. Blijkt in de loop van dit leerjaar dat het kind zich voldoende ontwikkelt om mee te gaan naar groep 2, dan is dat mogelijk. De leerkracht volgt de ontwikkeling van het kind zorgvuldig en met behulp van het (Cito) leerlingvolgsysteem 'Kleuter in beeld'. Mocht de ontwikkeling van het kind aanleiding zijn om door te stromen dan zal de leerkracht daarover in gesprek gaan met ouders. 

4.2 het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 

Om de ontwikkelingen en de leervorderingen van uw kind te volgen, wordt, naast de beoordeling van het dagelijks werk, gebruik gemaakt van een observatie- en toetssysteem. De verzamelde gegevens geven een beeld van de ontwikkeling van uw kind en geven de leerkracht zicht op de aandachtspunten voor de verdere ontwikkeling. De sociaal-emotionele ontwikkeling voor de kinderen van de groepen 1 tot en met 8 wordt jaarlijks gevolgd door middel van het pedagogisch leerlingvolgsysteem: ZIEN.

Daarnaast is er voor de groepen 1 tot en met 8 een leerlingvolgsysteem waarbij elke leerling enkele malen per jaar objectieve en niet-methodegebonden toetsen maakt om de vorderingen voor lezen, taal en rekenen vast te leggen. Deze informatie geeft aanwijzingen op welke onderdelen speciale aandacht gegeven moet worden. Het schoolevaluatie-instrument van ons LVS helpt ons als schoolteam zicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs en deze zo mogelijk te verbeteren.

verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht
Van elk kind worden gegevens bewaard in een leerlingdossier. Hierin worden die zaken opgenomen die in de verdere schoolloopbaan voor de leerlingen van belang kunnen zijn. Dit betreffen gegevens van toetsuitslagen, rapportcijfers, gezinsomstandigheden, verslag contactavonden, medische gegevens, etc.

teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken
De intern begeleider heeft enkele keren per jaar een bespreking met de leerkrachten over de vorderingen van het kind. Deze besprekingen zijn vooral gericht op extra zorg die nodig is voor het kind. Naast de voortgang ten aanzien van het leren komt hier ook het welbevinden van de leerlingen aan de orde. Daarnaast hebben we zorgvergaderingen waarin met het team de zorgleerlingen besproken worden. Hierbij vindt een probleembespreking plaats waarna (evt.) een hulpplan wordt opgesteld. Dit hulpplan wordt gedurende 2-3 maanden uitgevoerd en daarna geëvalueerd. Indien nodig herhaalt zich deze procedure. 

4.3 de wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met ouders

contactavonden
De contactavonden worden over het algemeen op de eerste dinsdag van de maand gehouden. Zo hopen we het bezoek aan de contactavonden iets te spreiden. Voor elke ouder wordt tien minuten spreektijd gereserveerd.
Als u één of meerdere personeelsleden wenst te spreken over de resultaten van uw kind kunt u dat zelf aangeven. Achter in de schoolinfobrochure zijn aanmeldingsformulieren voor de contactavond opgenomen. Deze kunt u daarvoor gebruiken. 
Deze briefjes dienen uiterlijk op de laatste vrijdag (8.45 uur) voorafgaand aan de contactavond ingeleverd te zijn. U krijgt dit briefje, ingevuld met de tijd, geretourneerd. 
Ook wanneer u de directeur wenst te spreken, kunt u bovengenoemd briefje daarvoor gebruiken. Verder is er de mogelijkheid om een gesprek met de logopediste of juf Spiker (intern begeleider) aan te vragen. 
Als de eerste dinsdag van een bepaalde maand op een vrije dag valt of in de vakantie, wordt uitgeweken naar de eerstvolgende dinsdag.
Heeft u tussentijds vragen, dan kunt u zich rechtstreeks tot de betreffende leerkracht wenden.
Mochten er speciale problemen zijn, dan neemt de leerkracht contact met u op en worden er nadere afspraken gemaakt over de contacten tussen school en ouders.

rapporten 
De ouders krijgen vanaf groep 3 een rapport over hun kind. De rapporten worden drie maal per jaar meegegeven.
Als u de rapporten heeft ingezien, wilt u dan op de daarvoor bestemde plaats uw handtekening zetten?
De rapporten moeten, als het goed is, zes jaar mee. Wilt u met ons zorgen dat het rapport netjes blijft? Iets wat het netjes houden van het rapport bevordert, is het op tijd inleveren. 
Vanaf groep 3 krijgen de leerlingen bij hun 2e en 3e rapport een overzicht van de behaalde Cito-LOVS resultaten. Achter de toetsen staat het niveau waarop de kinderen presteren vermeld d.m.v. een letter.
Verklaring van de letters:
A – uw zoon/dochter heeft goed gepresteerd en behoort landelijk gezien tot
      de betere leerlingen bij het maken van deze toets. 
B – de toets is net bovengemiddeld gemaakt. 
C – deze toetsuitslag is net onder het landelijk gemiddelde
D – extra aandacht is gewenst. 
E – reden tot zorg. De resultaten van deze toets zijn ver onder het te verwachten niveau. 
De school maakt gebruik van een digitaal rapport, waarbij gerapporteerd wordt op het niveau waarop het kind werkt. Dus een rapport op maat.

ouderbezoeken
Door de regel komen de leerkrachten van groep 1 of 2 bij iedere leerling één keer op ouderbezoek. Vooraf krijgt uw kind een afspraakbriefje mee waar de datum en tijd op vermeld staan. Wanneer u op de afgesproken tijd verhinderd bent, graag even bericht. De leerkrachten van de midden- en bovenbouw kunnen u bezoeken indien dat gewenst of noodzakelijk is. Nieuwe gezinnen die door verhuizing kinderen bij ons op school inschrijven, worden door de leerkracht van het jongste kind bezocht.

informatieplicht
Iedere ouder heeft in principe recht op alle informatie over zijn of haar kind. Dit geldt ook de ouders die gescheiden zijn en die allebei het gezag hebben over de leerling. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind (artikel 1:377 C van het burgerlijk wetboek), maar deze ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft geen intitiatief te nemen in het verstrekken van informatie aan deze ouders. 

4.4 de speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften

Passend onderwijs
Scholen hebben de wettelijke taak om aan leerlingen passend onderwijs te geven of voor leerlingen een passende onderwijsplek te vinden. Om deze taak te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk, dat scholen samenwerken in een samenwerkingsverband. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. Hierbij zijn alle reformatorische basisscholen en speciale (basis)scholen aangesloten. Het samenwerkingsverband is opgesplitst in vier regio’s. Onze school ligt in de regio Noordoost.

Zorgplicht
Een kernbegrip bij passend onderwijs is ‘zorgplicht’. Zorgplicht betekent dat de school verplicht is om te zorgen voor een passende onderwijsplek voor iedere aangemelde of ingeschreven leerling. De school onderzoekt samen met de ouders welke ondersteuningsbehoeften een leerling heeft en hoe de school hieraan tegemoet kan komen. Als op grond van objectieve argumenten blijkt dat dit niet mogelijk is op de eigen school, dan heeft de school de opdracht een passende plaats op een andere school te zoeken.
Heel vaak kan de ondersteuning door onze school zelf georganiseerd en gegeven worden. Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, zal advies gevraagd worden aan collega’s en/of de intern begeleider. Zo nodig voert de leerkracht een uitgebreider gesprek over de leerling met de intern begeleider.

Schoolondersteuningsprofiel
De school heeft een centrale rol in het tegemoetkomen aan de ondersteuningsbehoeften van kinderen. De school heeft een schoolondersteuningsprofiel geschreven. U kunt dit profiel op de website van de school vinden of op school inzien.  
In dit profiel is te lezen op welke wijze we de begeleiding aan leerlingen vormgeven en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning onze school heeft. 
Aan onze ambitie om elke leerling een passende onderwijsplek te bieden, zijn grenzen verbonden. We willen namelijk passend onderwijs bieden passend bij de mogelijkheden van leerkrachten, leerlingen en voorzieningen. Voor onze school gelden de volgende grenzen:

  • Er wordt geconstateerd dat de ontwikkeling van de betreffende leerling over een langere tijd stilstaat en/of achterblijft;
  • Er wordt geconstateerd dat de veiligheid en welbevinden van de betreffende leerling, de medeleerlingen en/of de leerkracht ernstig onder druk staat;
  • Er wordt geconstateerd dat de leerkracht onevenredig veel aandacht voor een leerling moet hebben en dat het ten koste gaat van de hele groep;
  • Er geen medewerking van ouders wordt ervaren;
  • De benodigde voorzieningen en/of expertise ontbreken en niet snel en gemakkelijk te realiseren of ontwikkelen zijn;
  • De leerling niet zindelijk is;
  • De leerkracht geacht wordt medische handelingen te verrichten.

De aangegeven grenzen zijn richtinggevend voor het vormgeven van passend onderwijs en worden per situatie gewogen. Bij afwegingen hieromtrent wordt er altijd overleg gepleegd met ouders en intern betrokkenen.

De extra zorg binnen de groep
Wanneer een leerling een beperkte extra zorgbehoefte heeft, richt de leerkracht het onderwijs voor deze leerling anders in. Dit gebeurt na overleg met de intern begeleider en het vastleggen van de aanpassing in een hulpplan. Het hulpplan bevat de volgende componenten: de probleembeschrijving, de periode van de hulp, het doel van de hulp, de werkwijze, de uitvoerende persoon, de organisatie en het moment van evaluatie. Hulpplannen worden in het leerlingenarchief bewaard. De intern begeleider kan de schoolbegeleider of de orthopedagoog consulteren over gerichte handelingssuggesties.

De speciale zorg binnen of buiten de groep
Wanneer blijkt dat een leerling een grotere zorgbehoefte heeft, kan besloten worden tot speciale zorg binnen of buiten de groep. De hulp wordt gegeven door de remedial teacher of de onderwijsassistente. De hulp wordt in eerste instantie zoveel mogelijk binnen de groep gegeven. Extra instructie wordt door de remedial teacher/onderwijsassistent gegeven. Indien het vooral om het aanbieden van veel oefening gaat, voert veelal de onderwijsassistente de speciale zorg uit.
De speciale zorg staat onder coördinatie van de intern begeleider. Dit dient planmatig te verlopen, wordt zo mogelijk aan meerdere leerlingen tegelijkertijd gegeven en draagt een tijdelijk karakter. De speciale zorg wordt in een hulpplan vastgelegd.

Zorgadviesteam (ZAT) / bovenschoolse hulp
Heel vaak kan de ondersteuning door onze school zelf georganiseerd en gegeven worden. Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijkvoor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, zal advies gevraagd worden aan collega’s of de intern begeleider. Zo nodig voert de leerkracht een uitgebreider gesprek over de leerling met de intern begeleider.
Onze school heeft een zorgadviesteam. Als de situatie rondom een leerling daar aanleiding toegeeft, zal de leerling in dit team besproken worden. In het zorgadviesteam zitten de intern begeleider, een externe onderwijsadviseur van de schoolbegeleidingsdienst, een jeugdverpleegkindige van de GGD en een maatschappelijk werkster van het Maatschappelijk werk Stichting Schuilplaats. In het zorgadviesteam wordt in samenspraak met de ouders bepaald welke ondersteuning een leerling nodig heeft. Hierbij werkt de school intensief samen met het Centrum Jeugd en Gezin.
De school kan ook een leerling aanmelden bij het zorgloket van het samenwerkingsverband waarin de school participeert. Het Zorgloket kan diverse vormen van hulp inzetten: een consultatie door de schoolbegeleider of de orthopedagoog; inzet van de middelen van de commissie van onderzoek (schoolarts of maatschappelijk werker); nader onderzoek door een orthopedagoog/psycholoog; verwijzing naar een andere instelling (Eleos, Riagg, maatschappelijk werk).
De genoemde vormen van hulp kunnen leiden tot het opstellen van een ontwikkelingsperspectief (OP). Een OP wordt vastgesteld in overleg tussen de ouders, de intern begeleider en eventueel een extern deskundige. Het zorgloket beslist over de toewijzing van de ambulante begeleiding.
Indien de hierboven genoemde vormen van hulp niet tot het gewenste resultaat leiden, zal het zorgloket tot het besluit komen de ouders te adviseren de leerling aan te melden bij een basisschool voor speciaal onderwijs. De beide reformatorische scholen voor speciaal basisonderwijs van ons samenwerkingsverband staan in Zwolle, te weten de Eliëzerschool en de Obadjaschool.
Wanneer u als ouder meent dat er voor uw kind dergelijke bovenschoolse hulp nodig is, of indien u nadrukkelijk wenst dat uw kind naar een school voor speciaal basisonderwijs gaat, terwijl de basisschool die mening niet deelt, kunt u zich ook zelfstandig tot dit zorgloket wenden. Uiteraard kan dit pas nadat u voldoende geprobeerd heeft met onze school tot overeenstemming te komen over de te volgen koers voor uw kind. U dient zich te wenden tot het secretariaat van het zorgloket. U kunt hier ook een folder aanvragen betreffende de werkwijze van dit zorgloket.

Het Loket van Berséba regio Noordoost
Het loket staat open voor vragen rond de ondersteuning aan leerlingen. De school kan advies vragen in allerlei situaties die met de ondersteuning voor leerlingen te maken hebben. Ouders mogen ook zelf contact opnemen met het Loket, als zij advies of informatie willen.
School en ouders kunnen samen een aanvraag doen voor een extra ondersteuningsarrangement om kinderen met specifieke ondersteuningsvragen (bijv. rondom zeer moeilijk leren, een lichamelijk handicap of langdurig ziekte, gedragsproblemen, hoogbegaafdheid) op de basisschool extra begeleiding te geven.
Soms komt het zorgadviesteam tot de conclusie, dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar een speciale (basis)school te gaan. In dat geval vraagt de school samen met de ouders bij het Loket van Berséba regio Noordoost een toelaatbaarheidsverklaring voor zo’n school aan. Als dit Loket besluit om de toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, dan kan de leerling aangemeld worden bij een speciale (basis)school. Zie voor contactgegevens van het Loket elders in deze schoolgids. Op de website www.berseba.nl kunt u meer informatie vinden over het samenwerkingsverband Berséba en de regio Noordoost https://www.berseba.nl/regios/noordoost/.

Ouderbetrokkenheid
Onze school hecht eraan bij de ondersteuning aan leerlingen goed samen te werken met de ouders. Daarom vinden we het van belang dat ouders direct betrokken worden bij gesprekken als hun kind individueel besproken wordt. In sommige situaties zijn er niet alleen zorgen op school, maar ook thuis. Om tot een goede ondersteuning te komen vinden we het belangrijk om met de ouders daarover in alle openheid en vertrouwelijkheid te spreken. We beseffen hoe moeilijk dit soms kan zijn, maar in het belang van uw kind is dit wel nodig.
Wanneer u als ouders vindt dat er voor uw kind meer hulp nodig is, of dat uw kind beter op zijn plaats is in een school voor speciaal (basis)onderwijs, dient u zich uiteraard eerst tot ons als school te wenden. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om eensgezind het beste voor uw kind, onze leerling te zoeken. 

Onderzoeken
Zoals al gezegd is, is het uitgangspunt bij passend onderwijs niet wat het kind heeft, maar wat het kind nodig heeft. Dit betekent dat onderzoek naar ‘wat een kind heeft’ niet altijd noodzakelijk is om tot een goed aanbod voor een leerling te komen.
Toch kan er altijd een moment aanbreken, dat een onderzoek wel nodig is. Ons uitgangspunt is dat we hierin graag samen met de ouders optrekken. Het formuleren van een gezamenlijke onderzoeksvraag is belangrijk om ook samen het gesprek over de leerling verder te voeren. We hechten er waarde aan, dat in een verslag van een onderzoek niet wordt geconcludeerd welke vorm van onderwijs de leerling nodig heeft, maar vooral welke begeleiding hij/zij nodig heeft. Dat is de kern van passend onderwijs. Als school zullen we dan in alle openheid met u bespreken, wat de mogelijkheden voor ondersteuning bij ons op school zijn.
Hoewel we ouders niet het recht willen en mogen ontzeggen om zelf stappen te nemen voor een onderzoek, heeft dit niet onze voorkeur. U kunt uw redenen hebben om dit wel te doen. We stellen het op prijs dat u dit dan aan ons doorgeeft met de redenen waarom u deze stap neemt.

Nederlands als tweede taal
Indien zich leerlingen aanmelden die de Nederlandse Taal (nog) onvoldoende beheersen, zal samengewerkt worden met een voorziening voor NT-2 onderwijs om ervoor te zorgen dat het Nederlands voldoende beheerst wordt zodat de leerling het onderwijsprogramma op school kan volgen. 

De visie van onze school op de integratie van kinderen met een handicap.
Op onze school zijn binnen het toelatingsbeleid en in het kader van passend onderwijs, in principe alle kinderen welkom die behoren tot het voedingsgebied van de school. Wel wordt bij aanmelding bekeken of verwacht mag worden dat het team dit kind kan begeleiden zonder dat het kind of de andere kinderen daardoor te kort komen. Plaatsing van kinderen, die specifieke zorg en aandacht nodig hebben, hangt af van de mogelijkheden die er op school zijn.
Leerlingen met extra zorg en aandacht vallen onder speciale leerlingbegeleiding. Dit houdt in, dat wij accepteren dat leerlingen niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo leren. We gaan uit van verschillen tussen leerlingen bij het kiezen van onze leerinhouden en doelen waarbij verschillen in differentiecapaciteiten van leraren ook een rol spelen. Voordat tot plaatsing wordt besloten, wordt er een gesprek gehouden met alle betrokken instanties.
Wanneer tot plaatsing wordt besloten, moet namelijk duidelijk zijn dat:

  • de leerkracht waarbij het kind wordt geplaatst extra tijd beschikbaar krijgt voor zaken als bijscholing en extra contacten met ouders, ambulant begeleider en andere instanties;
  • de extra formatie die wordt ontvangen voor dit kind goed benut kan worden;
  • de ouders en de leraar elkaar van goede informatie zullen voorzien;
  • de ouders gevraagd zal worden om bij te springen indien nodig;
  • de intern begeleider regelmatig bij het overleg over de leerling betrokken kan zijn.

Steeds opnieuw zal bekeken worden of er voor dit kind nog voldoende mogelijkheden op school zijn. Het kind moet namelijk nog een ontwikkeling doormaken en zich veilig voelen binnen de school. Is dit niet meer of onvoldoende het geval, dan zal verwijzing naar een regionaal expertisecentrum of een school voor speciaal onderwijs overwogen worden.

Meer- en hoogbegaafdheid
Niet alleen de leerlingen die de leerstof moeilijk vinden verdienen extra hulp, ook leerlingen die meer- of hoogbegaafd zijn. Vaak zijn deze leerlingen erbij gebaat om een goede studiehouding te ontwikkelen. Dit willen we bereiken door hier zowel binnen- als buiten de klas aandacht aan te besteden. Voor een hoogbegaafd kind dat onze school bezoekt, wordt een traject uitgezet waarin zoveel mogelijk aan de sociaal-emotionele en aan de cognitieve behoeften van de leerling tegemoet gekomen wordt.

4.5 de begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs

Leerlingen uit groep 8 van de basisschool maken vanaf schooljaar 2023-2024 al in februari een doorstroomtoets. Ze moeten zich dan eind maart aanmelden voor de middelbare school. 
In november ontvangt u, ter voorbereiding op de ‘open dagen’ van het voortgezet onderwijs, van de groepsleerkracht een voorlopig, niet bindend studieadvies, zodat ouders en kinderen zich goed kunnen oriënteren voor de definitieve schoolkeuze.
Na het gereed hebben van een advies (begin maart) voor het vervolgonderwijs worden er contactavonden belegd. Tijdens deze avonden wordt met de ouders de schoolkeuze van het kind besproken. De basisschool meldt, met instemming van de ouders, de leerling aan bij het vervolgonderwijs.

4.6 jeugdgezondheidszorg

Uw kind bezoekt één van de scholen in het werkgebied van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD IJsselland te Zwolle. De Jeugdgezondheidszorg stelt zich ten doel om een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen van 0 tot 18 jaar te bevorderen. Concreet heeft zij als taak het opsporen, bestrijden en voorkomen van oorzaken die een gezonde groei en ontwikkeling verstoren. De zorg is in handen van het Jeugdgezondheidszorgteam. Dat team bestaat uit een jeugdarts, doktersassistente en een jeugdverpleegkundige.

screening groep 2 (als uw kind 5 of 6 jaar oud is) 
De doktersassistente van GGD IJsselland ziet alle kinderen tijdens de wettelijk verplichte contactmomenten. Eén van deze momenten is op 5/6 jarige leeftijd (groep 2). Het onderzoek wordt gedaan op basis van screening. Dit houdt in het meten van de lengte en het gewicht en een ogen- en gehoortest. Daarnaast worden alle kinderen met hun ouders uitgenodigd op het consultatiebureau voor het gezondheidsonderzoek en een gesprek met de jeugdverpleegkundige.

onderzoek groep 7 (als uw kind 10 of 11 jaar oud is)
Op 10/11 jarige leeftijd is er opnieuw een onderzoek op basis van screening. Dit houdt in het meten van de lengte en gewicht. Daarnaast ontvangen de ouders een vragenlijst en de leerkracht krijgt een signaleringslijst. De ouders worden geïnformeerd over de bevindingen.

voorlichting groep 8 
Voor groep 8 biedt de GGD de mogelijkheid om een groepsvoorlichting te geven over een thema dat in overleg met school wordt afgestemd.

zorg op maat
Bij problemen kunt u altijd vragen om een gesprek of een extra onderzoek.
Ook kan de jeugdverpleegkundige een bezoek aan huis brengen om met u dieper in te gaan op bepaalde onderwerpen. 
Daarnaast hebben de jeugdverpleegkundige en de Intern Begeleider op school contact over leerlingen waar extra zorg nodig is.
De Jeugdgezondheidszorg werkt veel samen met de huisarts, schoolbegeleidingsdiensten, thuiszorginstellingen, Eleos, Dimence, stichting Schuilplaats en het bureau Jeugdzorg Overijssel. Eventueel wordt u naar één van deze instanties doorverwezen. 

meldcode
Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij conform zoals beschreven staat in de ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ zoals deze op school wordt gebruikt.
 
4.7 schoolbegeleidingsdienst (SBD)

Onze school is aangesloten bij Driestar-Educatief. De schoolbegeleidingsdienst kan worden ingeroepen bij leerlingenonderzoek, leerlingenbespreking en leerlingbegeleiding. Vooraf echter wordt in alle gevallen overleg gepleegd met de ouders. Daarnaast kan Driestar-Educatief ingeschakeld worden bij de begeleiding van allerlei onderwijsondersteunende werkzaamheden. Onze schoolbegeleider is dhr. A. de Waard en onze orthopedagoge is mw. drs. C.E. van Putten.

4.8 Algemene Verordening Gegevensbescherming Privacy.

Op 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Ook onze school is gehouden om deze verordening uit te voeren.
Het zal duidelijk zijn dat we de persoonsgegevens van leerlingen alleen gebruiken in het kader van het onderwijs. Verder wordt het gebruikt omdat het hoort bij de (wettelijke) taak van school en omdat we afspraken met andere partijen moeten uitvoeren, of omdat het noodzakelijk is voor het algemeen belang. De school omschrijft haar privacybeleid in een beleidsplan dat in samenwerking met de juridische dienst van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs wordt vormgegeven.
Functionaris gegevensbescherming (FG) is een nieuwe taak op de Scholen met de Bijbel in Staphorst. De FG is een toezichthouder op de verwerking van de persoonsgegevens door de school. Het gaat dan niet alleen over de persoonsgegevens van de huidige leerlingen en werknemers, maar ook de persoonsgegevens uit het archief en de bewaartermijnen zijn een aandachtspunt van de functionaris gegevensbescherming. De FG adviseert het bevoegd gezag inzake de toepassing van de wet bescherming persoonsgegevens. De FG brengt jaarlijks verslag uit aan de school van zijn werkzaamheden en bevindingen. De FG heeft een geheimhoudingsplicht en is zelf ook weer verantwoording schuldig aan de autoriteit persoonsgegevens. De scholen laten de FG taak uitvoeren door Arboneel, een bedrijf dat gespecialiseerd is in veiligheid, gezondheid en welzijn.

4.9 logopedie

Onze logopediste verleent op 3 dagdelen per week hulp aan kinderen die problemen hebben met de taal- en spraakontwikkeling. Zij behandelt die kinderen die:
•    een afwijkend mondgedrag hebben;
•    een vertraagde spraak- taalontwikkeling hebben;
•    stotteren;
•    hees zijn.
Naar aanleiding van screening wordt bepaald welke kinderen hiervoor in aanmerking komen. Voor de behandeling begint, krijgt u hierover bericht en/of worden de ouders voor een kennismakingsbezoek uitgenodigd.

4.10 kinderfysiotherapie

De leerlingen van groep 2 worden door de kinderfysiotherapeut gescreend. Er wordt gekeken naar de onderdelen grove motoriek, balvaardigheid, handvaardigheid en herken- en natekenvaardigheden. Bij de grove motoriek wordt gekeken naar evenwicht, hinkelen, springen en een combinatie van bepaalde bewegingen. Bij balvaardigheden ligt de nadruk op het gooien, richten en vangen. Het onderdeel handvaardigheid probeert de potloodhantering in beeld te brengen evenals de handvoorkeur, potlooddruk, het sturen van het potlood e.d. Herken- en natekenvaardigheden geven zicht op een stukje herkenning en wijze van natekenen van bepaalde figuren.

4.11 motorische remedial teaching

Kinderen die moeite hebben op het motorische vlak kunnen in aanmerking komen voor Motorische Remedial Teaching, kortweg MRT genoemd. Door het geven van gerichte oefeningen door onze vakleerkracht gym, die tegelijkertijd ook fysiotherapeut is, proberen we een optimale bewegingsontwikkeling te bereiken.

4.12 SOVA-training

Sommige kinderen hebben problemen op sociaal-emotioneel gebied. Ze hebben last van faalangst, kunnen moeilijk contact maken met leeftijdsgenootjes of kunnen niet omgaan met kritiek. De intern begeleider kan u meer informatie geven over de mogelijkheden en trainingen.

4.13 School-Video-Interactiebegeleiding

Binnen de school wordt gebruikt gemaakt van School Video Interactie Begeleiding (SVIB). SVIB is een manier om met behulp van video-opnames te werken aan de optimalisering van het opvoedkundig klimaat en het onderwijskundig proces binnen de school. Dat houdt in dat er in de verschillende groepen, maar ook in de speelsituaties op het plein, opnames zullen worden gemaakt die later gebruikt zullen worden in coachgesprekken. SVIB geeft de leerkrachten letterlijk zicht op het functioneren van en in de groep. De camera verheldert de situatie in de klas, omdat deze een objectieve weergave van de feiten mogelijk maakt. Vanuit de beelden komt men gemakkelijker tot eenduidig overleg.

4.14 buitenschoolse activiteiten voor kinderen

schoolreis
Voor de groepen 6 t/m 8 wordt er jaarlijks een schoolreis georganiseerd. Nadere gegevens over reisdoel enz. worden tijdig bekend gemaakt.

Prinsjesdag
Met de leerlingen van groep 8 van onze 5 basisscholen gaan we op de derde dinsdag in september een educatief bezoek brengen aan Den Haag.

excursie 
Er worden voor elke groep één of meer excursies georganiseerd binnen het kader van een project of vakgebied. Per groep zijn hierover afspraken gemaakt.

wettelijke aansprakelijkheid
De school is niet verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid.

408